Camera's

Fotografie begint natuurlijk met een camera. Die zijn er in alle soorten en maten en bijna iedereen heeft een smartphone met een camera. Wat wat zijn nou de verschillen tussen alle camera's, welke technieken zijn er en wat zijn de voor-en nadelen.

 

Basisbegrippen

Er gaan nog al wat termen over de toonbank bij digitale fotografie. Veel worden natuurlijk ook binnen de analoge fotografie gebruikt, maar het digitale tijdperk heeft ook een aantal nieuwe termen geïntroduceerd. Hieronder een aantal van die termen op een rij.

  • Sluitertijd - de tijd waarbij de sluiter geopend is tijdens het maken van de foto
    • Dit is de noemer van de breuk 1/X. Dus bijv. 1/100, 1/60, etc.
    • Wanneer er " bij het getal staat is de sluitertijd niet meer 1/X maar zijn het secondes, bijv. 5" (5 seconden)
    • Hoe hoger het getal hoe sneller de sluiter open en dicht gaat
  • Diafragma - de grootte van de lens opening
    • Dit getal is de noemer van de breuk F/X. Dus bijv. F/5,6, F/11, etc.
    • Hoe hoger dit getal, hoe kleiner de opening van de lens is
  • ISO - de lichtgevoeligheid van de sensor
    • Hoe hoger dit getal, hoe gevoeliger de sensor is
    • Het verhogen van de ISO waarde heeft wel meer kleurruis tot gevolg
  • Brandpuntsafstand - weergegeven in mm op de lens
    • Bepalend voor de beeldhoek van de camera
    • En het dichtbij halen van het onderwerp
  • Kleurruis - pixels met een andere kleur, veelal te zien de donkere gedeeltes van de foto
    • Het verhogen van de ISO waarde verhoogt de hoeveelheid kleurruis
    • Vergelijkbaar met de grofkorreligheid van analoge krantenfoto's
    • Met ruisonderdrukking te verhelpen, maar dat heeft weer invloed op de scherpte van de foto
  • Scherptediepte - het gebied in de foto wat scherp wordt afgebeeld 
    • Dit gebied is 1/3 voor en 2/3 achter het scherptevlak
    • Diafragma, brandpuntsafstand, afstand tot het onderwerp en de grootte van de sensor zijn hierbij bepalend
  • Stopje - een term die gebruikt wordt bij belichting en eigenlijk een verdubbeling of halvering van het licht betekend
    • Diafragma, sluitertijd en ISO hebben 'stopjes'
    • Wanneer bijv. diafragma één waarde verder wordt dichtgedraaid, is dat een stopje met een halvering van het licht tot gevolg

 


Sensor

Het hart van de digitale camera is de sensor. Dit is een de vervanger van de lichtgevoelige film die in analoge camera's gebruikt worden. En natuurlijk zijn er verschillende sensoren met verschillende afmetingen en verschillende technische hoogstandjes. De verschillende afmetingen van sensoren levert al veel verschil op in het gebruik en daarom beperk ik me ook daartoe. Het bespreken van de verschillende technieken laat ik over aan de echte experts.

 

 

Formaat

Het formaat van de sensor is een fysieke eigenschap die bepalend is voor een aantal fotografische eigenschappen. Zo heeft de grootte van de sensor bijvoorbeeld invloed op de beeldhoek (of brandpuntsafstand). Bij digitale fotografie wordt als referentie een zogenoemde Full Frame (FF) sensor gebruikt. De grootte van deze sensor komt overeen met de grootte van een analoge 35mm film. Leuke bijkomstigheid, de 35 mm film wordt in de analoge fotografie kleinbeeld genoemd.

Maar terug naar het formaat. Er komen steeds meer camera's op de markt met een Full Frame sensor, maar die zijn nog steeds in de minderheid. Veel camera's hebben een APS, een (micro) Four Third of een 1 inch sensor, en deze zijn allemaal kleiner dan een FF sensor.

Zoals al aangegeven heeft het formaat invloed op de brandpuntsafstand (en beeldhoek) en hier komt de term crop-factor om de hoek kijken. In de afbeelding hiernaast is te zien bijv. de Four Third sensor 2 keer zo klein is als de FF sensor. De crop-factor is dus 2 bij een MFT camera, bij camera's met een APS-C sensor is de crop-factor 1,6 (Nikon).